Spaanse Grammatica | Spaanse Taal

Zou kunnen zijn - Waarschijnlijk- of Mogelijkheid

In een conversatie of een artikel heb je af en toe een situatie waar je zelf niet weet of het klopt, waar je twijfelt. In het Nederlands gebruik je dan vaak het woord misschien, en dat gebruik je ook in het Spaans, maar er zijn 2 gevallen, namelijk dat het om een mogelijkheid (zou kunnen zijn) gaat of een waarschijnlijkheid (zou kunnen gebeuren).

A. Mogelijkheid

Een mogelijkheid is wanneer je een omstandigheid met een veronderstelling beschrijft met lage waarschijnlijkheid. Er zijn 5 verschillende manieren om een mogelijkheid te beschrijven:

A1. Natuurlijk kun je "misschien" in het Spaans gebruiken, dus woorden zoals: quizás, quizá, posiblemente, tal vez, acaso. In deze gevallen gebruik je over het de indicativo of subjuntivo afhankelijk hoe groot de kans dat het zo is:
  • Misschien komt hij vandaag aan    > Quizás llega hoy. (indicativo, want mogelijkheid is groot)
  • Misschien gaat hij hij (mogelijk) vandaag aankomen    > Quizás llegue hoy. (subjuntivo, want mogelijkheid is klein)

A2. "A lo mejor" met indicativo kun je ook gebruiken om een mogelijkheid uit te drukken:

  • A lo mejor está desconectado >> misschien is hij niet verbonden.


A3. Je kunt in spreekvorm "capaz que" met indicativo gebruiken:

  • Capaz que llega hoy >> Mogelijk komt hij vandaag aan.

A4. Je kunt ook "poder" gebruiken om een mogelijkheid te laten zien:

Puede estar mal  >> Hij zou ziek kunnen zijn.



A5. Je kunt ook andere woorden gebruiken om twijfel uit te drukken zoals no creo que, no parece que, no es probable que, no es posible que. Gezien het hier om een opinie met onzekerheid gaat, gebruikt men de subjuntivo en kun je in het Nederlands "mogelijk" gebruiken:
  • LLega hoy                        > Vandaag komt hij aan (zeker)   
  • No creo que llegue hoy     > Ik geloof niet dat hij/zij vandaag mogelijk aankomt (negatieve opinie, dus subjuntivo)
Let op dat als je zekerheid uitdrukt met affirmatieve opinie (dat je zeker bent dat het zo is) zoals met creo que, parece que, dan gebruik je de indicativo:
  • Creo que llega hoy     > Ik weet zeker dat hij/zij vandaag aankomt (affirmatieve opinie dat zeker is, dus indiciativo)



B. Waarschijnlijkheid

Een waarschijnlijkheid is een hypothese met hoge waarschijnlijkheid. Je kunt een waarschijnlijkheid op verschillende manieren uitdrukken: 

B1. Je kunt "probablamente" met indicativo of subjuntivo gebruiken afhankelijk hoe groot de kans is dat het zo is:

  • Probablamente tenga razón >> Waarschijnlijk heeft hij/zij mogelijk gelijk.


B2. Je gebruikt "seguro que" of "seguramente" met indicativo:

  • Seguramente tiene razón >> Meest waarschijnlijk heeft hij/zij gelijk.



B3.Gebruik van Futuro: Je kunt als alternatief de futuro gebruiken in het Spaans. De futuro vertaalt naar "mogelijk" in het Nederlands als het om een onzekerheid gaat. Let dus op dat je het ook als "zullen" kunt vertalen, maar in deze context gebruik je het als "mogelijk".


Twijfel in Spaans
B3.1 Twijfel in tegenwoordige tijd:
  • Llega hoy                      > Hij/zij komt vandaag aan (zeker)
  • Llegará hoy                   > Hij/zij komt mogelijk vandaag aan (twijfel)    

B3.2. En in de verleden tijd gebruiken we 

  • futuro compuesto (habrá hablado) als werkwoord pretérito indefinido (habló) in originele zin is en 
  • condicional (hablaría) als werkwoord imperfecto (hablaba) in originele zin is 
om twijfel uit te drukken:


  • Llegó ayer                      > Hij/zij kwam gisteren aan (op dat moment) (zeker)
  • Habrá llegado ayer         > Hij/zij kwam mogelijk gisteren aan (twijfel)

  • Trabajaba allá                 > Hij/zij werkte daar (gedurende een periode) (zeker)  
  • Trabajaría allá                 > Hij/zij werkte mogelijk daar (twijfel)

  • ¿Qué pasó?                    > Wat gebeurde er? (een vraag aan iemand die het zeker weet)
  • ¿Qué habrá pasado?       > Wat is er mogelijk gebeurd? (twijfel waarbij je niet zeker bent of de andere persoon weet wat er precies gebeurd is)

B3.3. Kranten en tijdschriften schrijven formeel en als ze een gebeurtenis die mogelijk plaats heeft gevonden zonder dat de schrijver het zeker weet, gebruiken ze ook condicional en vertalen we het als "mogelijk":
  • LLegó hoy                        > Vandaag kwam hij aan (zeker)   
  • Habría llegado hoy            > Hij/zij was mogelijk vandaag aangekomen (twijfel formeel)

B4. Je kunt ook "deber (de)" gebruiken om een waarschijnlijkheid te laten zien:

Debe tener calor >> Hij moet het warm hebben.


Cartagena, ColombiaCartagena, Colombia

Geen opmerkingen: