Spaanse Grammatica | Spaanse Taal

Gebruik van de vier Werkwoordstijden Subjuntivo

Voor de vervorming van werkwoorden in het Spaans is er ook de subjuntivo. Deze vorm is voor Nederlanders exotisch gezien we deze vorm niet echt kennen noch gebruiken.

Deze vorm is wel belangrijk, want ook al zal men je begrijpen, als je niet de subjuntivo juist gebruikt, kan het primitief overkomen. En het kan zelfs de betekenis veranderen als je een subjuntivo in plaats van een indicativo gebruikt. Zie voor het juiste gebruik de post over gebruik subjuntivo. Maar deze post is over de verschillende tijden van de subjuntivo. Patagonisch gebergte in ArgentniëPatagonisch gebergte in Argentinië 


Er zijn de volgende vier hoofdvormen:
Aanvoegende wijs Spaans
1. Presente: de tegenwoordige tijd waar je vaak "gaan + nu" als controle hulpwoorden kunt gebruiken om te kijken of deze vorm correct is:
  • Quiero que lo hagas   > Ik wil dat je dit doet (nu gaat doen)

2. Imperfecto: de verleden tijd, en hierbij kun je "zouden + toen" in het Nederlands gebruiken als hulpmiddel om deze vorm te controleren:
  • Quise que lo hicieras  > Ik wilde dat je dit deed (dat je dit toen zou doen)

3. Pretérido Perfecto: Tegenwoordige tijd net als 1 maar met het gebruik van "haber" en dit vertaalt als "gaan hebben + nu .. al"  als controle:
  • Quiero que lo hayas hecho     > Ik wil dat je dit (nu al) gedaan gaat hebben

4. Pretérido Pluscuamperfecto: Verleden tijd met het gebruik van "haber" en dit vertaalt als "zouden hebben" en "toen daarvoor" om deze vorm te checken:
  • Quise que lo hubieras hecho   > Ik wilde dat je dit (daarvoor) gedaan zou hebben

Om meer details te zien van het gebruik van de subjuntivo, klik op de volgende post: Gebruik van de subjuntivo - .. opdat ik het doe

Geen opmerkingen: